Deze taartjes kun je prima al ’s ochtends voor het diner voorbereiden: maak de karamel en giet in de vormpjes. Verdeel de kersen over de karamel en dek af met het bladerdeeg. Zet de vormpjes zo afgedekt koel weg. Bak ze vlak voor het serveren. Je kunt de taartjes ook enkele uren voor het kerstdiner bakken en op kamertemperatuur met het ijs serveren.
Omgekeerde kersentaartjes met kokos, voor 4 personen:
Verwarm de oven voor tot 200 ºC. Verwarm in een pan met dikke bodem de suiker met 3 eetlepels water. Roer tot een heldere siroop ontstaat. Draai het vuur laag, roer nu niet meer en verwarm zachtjes tot een lichtbruine, egale karamel.
Schenk de karamel in de taartvormpjes en leg er meteen de kersen in; de eerste kers in het midden en de rest eromheen.
Leg het deeg op de kersen en stop tussen de kersen en de rand goed in. Prik met de punt van een scherp mes een paar gaatjes in het deeg. Bak de kersentaartjes in de voorverwarmde oven in 20 min. goudbruin en gaar.
Haal uit de oven direct een mes langs de zijkant van de vormpjes om het deeg en de karamel los te snijden. Laat de taartjes 5 minuten in de vormpjes afkoelen. Leg op elk vormpje een bordje en keer ze samen.
Bestrooi de randen van de taartjes met de kokos en schep er het ijs bij. Dien de taartjes meteen op.
Bereiden ± 20 min. | Oven ± 20 min.